Verven

Deze kinderen zijn 3 jaar oud. Ze krijgen verf aangeboden op een whiteboard, krijgen de vrijheid om te experimenteren met verfkwast, wattenstaafje en/of handen. Ze beginnen heel braafjes met de kwast en het wattenstaafje.

Eigenlijk hebben ze het al gauw gezien, ze hebben al meer ervaring met verven met de handen. Toch vragen ze nog even voor de zekerheid of dat mag. Natuurlijk mag dat! Om hen verder uit te dagen krijgen ze een klodder zwarte verf naast hun verf. Ik zeg er niets bij. Meteen wordt er volop gemengd en wel met beide handen. Het voelt lekker glad, zeggen ze blij. Ze gaan steeds grotere bewegingen maken op het board, in het begin nog ronde maar steeds meer grote bewegingen naar boven en naar beneden. Ze worden vrijer en vrijer en gaan hun hele lijf erbij gebruiken door recht boven het whiteboard te hangen op hun handen. Ze zien dat daardoor “sporen” ontstaan in de verf: witte strepen waar hun vingers harder door de verf heen drukten. Om die ervaring duidelijker te maken, voeg ik af en toe wat verf toe. Direct mengen ze deze door hun verf heen met blije gezichten. 

Slechts af en toe corrigeer ik hun activiteiten, bijv. als ze hun buurvrouw of buurman dreigen te verstoren of als de vieze handen richting gezicht gaan. 

Ze experimenteren met hun vingers en handen welke sporen je ermee kunt maken: “Kijk, als je je hand zo plat drukt, zie je de lijntjes niet meer goed”. “Als je de vingertopjes en  je nagels gebruikt, kun je beter tekenen!” Sommigen verleggen hun aandacht naar het ervaren van de gladde verf op alleen hun handen en smeren ze tot en met de polsen helemaal in. “Hee, dat maakt geluid!” wordt er opgemerkt.